Baton Twirling is een sport voor mannelijke en vrouwelijke atleten welke zich kenmerkt door creativiteit.
Het combineert een goede vaardigheid aan batonhandelingen met een grote flexibiliteit van het lichaam,
dans en gymnastische bewegingen op een diversiteit aan muziekstijlen.
De eerste twirlers komen van de Samoa-eilanden, ergens in de Stille Oceaan. Daar was het een straatgevechtsport.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben een aantal Amerikanen dit gebruik ontdekt en in hun enorme wijsheid meegebracht naar de Verenigde Staten,
waar inmiddels de twirling is uitgegroeid tot een sport die tot grote hoogte is gestegen.
Twirlen is inderdaad een sport: het is passen en sprongen maken op de muziek waar bij de “baton” of “stick” het belangrijkste van het geheel is, waarmee allerlei ingewikkelde oefeningen moeten worden gedaan. Er moet mee gegooid worden, gedraaid, van de ene arm via de nek naar de andere gerold, om de vingers of om de polsen gedraaid… teveel om op te noemen. Daarbij komt dan nog het element jazzballet en gymnastische oefeningen. Radslagen, overslagen, flicflacs, spagaten en meer van deze zijn allemaal mogelijke elementen van een show. Uit het voorgaande blijkt dus duidelijk dat twirling een discipline is geworden die nu volledig verzelfstandigd is, en we durven gerust te stellen dat een twirlinggroep iets totaal anders is geworden dan een fanfare met majoretten. Het één is wel ontstaan uit het andere maar ze zijn heden nog nauwelijks te vergelijken. De majoretten van weleer zijn atleten geworden.